Hij kon het woord ‘handbal’ nog maar amper uitspreken of de kleine Giel van Lisdonk uit Rijen stond al klaar om zijn eerste doelpunt te maken. Nu is hij zeventien jaar oud en speelt hij in het Nederlands handbalteam onder 17 jaar. Wat ging daaraan vooraf? En wat staat hem nog te wachten? Giel neemt ons in de interviewserie ’De jeugd van tegenwoordig’ mee door het toen, nu en dan van zijn lust en zijn leven.
Door Syb Faes
Waar komt zijn passie voor deze sport eigenlijk vandaan? Giel vertelt: ”Handbal zit echt in de familie. Een van mijn broers voetbalt, maar voor de rest handbalt iedereen; mijn vader, mijn moeder, mijn zusje, en mijn andere broer. Ik heb altijd al gedacht dat ik zou gaan handballen, en ik vond het leuk dus ik ben het blijven doen.” Giel begon bij R.H.V. in Rijen toen hij drie jaar oud was (‘kabouterhandbal’, heet het dan nog), en daarna heeft hij nog bij diverse andere clubs gehandbald. De snelheid van het spel is waar Giel vooral van houdt, en hij heeft met de handbalgenen van zijn ouders in zich ook aanleg voor de snelle sport. ”Ik ben niet groot, ik ben niet sterk, maar ik ben wel snel. Dat is mijn kracht.”
Oranje
Op de vraag of Giel ooit geen zin meer heeft gehad in handbal, antwoordt hij quesi verontwaardigd: ”Geen zin meer?! Ik heb nog nooit geen zin gehad in handbal.” Het zou raar zijn als zo’n enthousiaste sporter onopgemerkt zou blijven. De trainer bij zijn club Tachos in Waalwijk kreeg dat een paar jaar geleden door en selecteerde Giel voor een selectieproces om in het nationale team terecht te komen. ”De groep ging van zestig, naar dertig, naar twintig. Ik zit nu dus ook bij de laatste twintig.” Daar houdt de selectie alleen nog niet op. Om mee te mogen doen aan het open Europees Kampioenschap in Zweden in september van dit jaar, moet je ook weer geselecteerd worden. ”Die kans is nu gelukkig een stuk groter. Er mogen er namelijk zestien van de twintig mee.”
Kosten-batenanalyse
Topsporten komt met een prijs, maar levert ook veel op. Giel is het afgelopen jaar bijvoorbeeld alleen op maandag en donderdag naar school geweest, omdat hij op de andere dagen trainde. Of hij zijn examens heeft gehaald, zal deze week blijken. Daarentegen wint hij ook een paar dingen. ”Mijn beste vrienden zitten in mijn team. We hebben een hoop lol en de sfeer zit er goed in. Dat maakt het handballen eigenlijk nog leuker.” Daarnaast is de uitdaging voor Giel heel leuk bij het spelen op hoog niveau. En de centen? Daar maakt Giel zich niet druk om. Sterker nog, het lijkt hem niet minder te kunnen interesseren. ”Ik weet helemaal niet wat handballers verdienen. Ik vind het gewoon leuk.”
Profclub
Rijen is Giels geboortenest, maar zijn vleugels zijn dat nest inmiddels al wel ontgroeid. Hij vliegt dagelijks uit naar Waalwijk (voor zijn club Tachos), Breda (voor zijn studie), Arnhem (voor het nationale team); eigenlijk slaapt hij hier alleen nog maar. Is het in Rijen dan niet leuk genoeg geweest voor Giel? ”Ik miste niets hier. Opgroeien in Rijen was heel fijn.” Hij geeft aan dat hij gaat wonen waar handbal hem brengt. ”Als ik word gevraagd voor een grote club in München, dan ga ik in München wonen. Maar uiteindelijk denk ik wel dat ik weer terugkom naar Rijen, want heel mijn familie zit hier.” Over of het vooruitzicht van een profclub ver weg is of dichtbij, blijft Giel in ieder geval wel trouw aan een manier van denken die typisch Brabants, en dus lekker dichtbij huis, is. ”Als ik het niet haal, dan haal ik het niet. Zo simpel is dat.”
De top halen
Wat heeft de toekomst verder voor Giel in petto? Volgend schooljaar gaat Giel in Arnhem wonen op Papendal. Hij gaat zich daar omringen met de top van de sportwereld in de Benelux, om handvatten te hebben waaraan hij ook zichzelf verder naar de top kan optrekken. Veel sporten dus met als doel nog beter te worden. En studeren: marketing en communicatie: ”Op de school (de Young Talent Academy, red.) geven ze alle mogelijkheden om te sporten die ik zoek. Er zitten alleen maar topsporters op die school. Ze proberen je voor te bereiden op het hoogste niveau van de Benelux.”