Wie aan schaken denkt, denkt al snel aan bejaarde mensen die in een stoffig kamertje zichzelf kapot staren op een schaakbord en een hoop pionnen. Tijdens de afgelopen clubkampioenschappen bij schaakvereniging Caïssa in Rijen kwam er een weerwoord op dit stereotype. Gyan Anssems won de clubkampioenschappen, en met zijn leeftijd van dertien jaar werd hij de jongste clubkampioen van de vereniging ooit. Hoe is zijn liefde voor de schaaksport ontstaan en wat voor rol speelt schaken in zijn dagelijkse leven? Hij vertelt het in deze aflevering van de interviewrubriek ’De Jeugd van Tegenwoordig’.
Door Syb Faes
Gyan zat nog maar in groep 1 toen hij voor het eerst in aanraking kwam met schaken. Zijn vader introduceerde hem destijds in het spel, maar het duurde tot 2017 voordat Gyan een stapje verder wilde gaan. Na een workshop schaken van Art’s Cool, waar zijn vroegere interesse weer werd aangewakkerd, sloot hij zich aan bij schaakvereniging Caïssa in Rijen. ”Het eerste jaar begon ik met het nemen van lessen, dat was goed te doen. Daar leerde ik het fundament van het spel,”zegt hij. Toen ontdekte hij een wereld buiten de club om, waardoor zijn kennis en vaardigheden gigantisch konden groeien. ”Ik kwam op YouTube terecht, en toen ging het heel snel. Daardoor ben ik veel beter geworden en ben ik verder gegroeid.” YouTube, de plek waar kinderen hun brein tot verlamming aan toe lijken te entertainen, is dus ook een vruchtbare bron van nieuw talent.
Dit jaar konden Gyan’s clubgenoten niet meer opboksen tegen zijn met YouTube verworven talent. Hij werd de jongste clubkampioen ooit, maar hij geeft wel toe dat hij niet de enige is die door YouTube beter is geworden: ”Bij de volwassenen spelen drie kinderen, waaronder ik. Door YouTube is iedereen beter geworden in schaken, dus het wordt ook steeds moeilijker om te winnen. Als ik niet eerste zou zijn geworden, dan zou ik dat natuurlijk wel een beetje jammer vinden, maar niet heel erg. Dan zou ik het volgend jaar gewoon opnieuw proberen.” Gyan weet dat hij dat zou doen, omdat hij vorig jaar al de tweede plek veroverde bij de clubkampioenschappen. ”De ouderen op de club zagen vorig jaar al dat ik hoog stond. Als ik nu opeens laag zou staan, dan zouden ze raar reageren, net zoals ikzelf. Nu reageerden ze heel sportief, ze feliciteerden me.”
Anderhalf uur
Elke leeftijdscategorie speelt spellen met verschillende lengtes. Gyan speelt op zijn leeftijd twee keer drie kwartier, terwijl volwassenen twee keer anderhalf uur spelen. ”De ouderen moeten wennen als ze van anderhalf uur naar drie kwartier gaan. Ik speel altijd al op die snelheid, dus ben ik bang dat ik daardoor een voordeel heb. Ik hoop dat ik niet win dankzij dat soort dingen. Ik wil winnen door goed te schaken.” Hij is blij dat hij nog niet twee keer anderhalf uur hoeft te spelen: ”Dan zou ik de volgende dag hartstikke moe op school aankomen.”
Schaken was niet het enige spel wat Gyan’s interesse trok toen hij begon. Draaien we het schaakbord om, dan komen we een dambord tegen. Toch wist dammen geen echte passie in hem te ontwaken. Hij zegt: ”Ik ben alleen met schaken doorgegaan, omdat je daarbij veel meer opties hebt, je hebt veel meer vrijheid. Nu blijf ik het daardoor doen, maar ook omdat ik er goed in ben.” En wat maakt Gyan dan eigenlijk zo goed? ”Ik ben goed in openingen, waardoor ik een stevige basis in het spel heb. Daarnaast is mijn visualisatie goed. Je moet bij schaken veel vooruitdenken. Je moet de volgende posities van de schaakstukken in plaatjes bedenken, en goed kunnen visualiseren helpt daarbij.” Doordenken is dus belangrijk bij schaken, maar de doordenk-knop gaat niet zomaar uit als het spel voorbij is. ”Ik denk in het dagelijkse leven meer door over dingen die er kunnen gebeuren dankzij het schaken. En natuurlijk denk ik ook veel aan schaken zelf. Als ik in de les zit, denk ik regelmatig aan schaakopeningen. Het doordenken is dus niet altijd fijn.”
Geforceerd leren
Op een half uurtje fietsen van Gyan’s huis in Rijen staat het Oelbert Gymnasium in Oosterhout, de school waar hij naartoe gaat. Alhoewel hij dertien jaar oud is, gaat hij na de zomervakantie al wel naar de vierde klas. Hij loopt voor op de rest qua leeftijd, omdat hij groep zes heeft overgeslagen. Over hoe zijn klas dat vindt zegt hij: ”Het boeit de rest niet zo veel dat ik anderhalf tot twee jaar jonger ben. Qua niveau denk ik dat ik wel onder het gemiddelde zit, omdat mijn cijfers niet heel goed zijn, maar ze zijn goed genoeg. Ik houd niet van leren, ik schaak liever. Leren gaat wel voor schaken. Ik leer ook alleen schaken wanneer ik het zelf wil en wanneer ik merk dat het ook echt nodig is.” En daar zit het grote verschil tussen leren en schaken voor hem: ”Op het moment dat leren geforceerd wordt, vind ik het minder leuk. Schaken is niet geforceerd, waardoor het wel leuk blijft.”
Veel kan het Gyan zelf niet boeien, maar ooit heeft hij het labeltje ‘hoogbegaafd’ gekregen na het maken van een officiële IQ-test. Benut het schoolsysteem met het geforceerde leren wel de volle potentie van breinen zoals die van Gyan? Hijzelf zegt daarover: ”De school zou alle potentie uit je kunnen halen, maar het belangrijkste is eigenlijk dat je die potentie zelf inziet en er iets mee doet. Als een school je gaat pushen om jouw potentie te gebruiken, dan kun je ook dingen gaan doen die je niet leuk vindt. Het moment dat je iets leuks doet, dan is dat beter dan je volle potentie gebruiken om iets minder leuks te doen.” School is vooral leuk voor sociale contacten, vindt Gyan. Verder kijkt hij alvast smachtend uit naar het moment dat hij zijn handtekening onder zijn diploma mag zetten.
Schaakbord van de toekomst
Een diploma op het gymnasium halen staat nu dus sowieso op Gyan’s planning. Daarna weet hij nog niet goed wat hij wil. ”Het enige wat ik nu weet is dat ik misschien de economische kant op wil. Dat lijkt me leuk, ook al heb ik nog geen economie op school gehad. Misschien denk ik daar over een jaar - als ik een jaar economie heb gedaan op school - heel anders over.” En wat voor visualisatie heeft hij bij het schaakbord van de toekomst? Bang om zijn passie voor schaken te verliezen is Gyan in ieder geval niet: ”Dan is het gewoon wat het is, en heb ik waarschijnlijk ook een reden voor dat ik het beu ben.” Zover komt het voorlopig nog niet: ”Mijn doel is om beter te worden, maar ik wil niet heel veel uren per dag schaken leren. Dan wordt het geforceerd, en ik wil het juist blijven leren omdat ik het wil. Ik ga niet heel hard pushen om een doel te bereiken. Maar ik denk wel dat mensen altijd iets doen om beter te worden, en niet om op hetzelfde niveau te blijven.”
