In de vakantieperiode op reis? Pakt u dan ook wel eens een landgoed mee in binnen- of buitenland? Om te genieten van de rust en de vredige natuur, van de mooie doorkijkjes, de vergezichten en dat bijzondere landhuis? En om stiekem een beetje weg te dromen en u in vroeger tijden te wanen? Dichter bij huis dan u misschien denkt, ligt ook zo’n mooi en intrigerend gebied, landgoed Valkenberg. Die merkwaardige uitloper, linksonder op onze gemeenteplattegrond, tussen Ulvenhout en Chaam. Het landgoed nooit gezien? Met Open Monumentendag op zondag 10 september blijven de gebouwen dicht, maar stelt de landgoedeigenaar een deel van het terrein open. Heemkring Molenheide haalt alvast wat historische achtergronden van Valkenberg op.
Tekst- en fotoredactie: Mariëlle van Hezewijk
Want op te halen valt er genoeg; de geschiedenis van Landgoed Valkenberg is eeuwenoud. Al in de middeleeuwen was het onderdeel van het bos dat zich uitstrekte van Ginneken tot Chaam. Het was in die tijd eigendom van de Abdis van Thorn. In 1237 gaf de abdis het bos tegen een jaarlijkse cijns (belasting) uit aan de abdij van Tongerlo. Veertig jaar later, in 1277, kreeg de Heer van Breda het in beheer. Dankzij vermeldingen in cijnsboeken en kadaster is er vanaf ongeveer 1440 een lange lijst van eigenaren en beheerders samen te stellen. De oudst bekende is ‘joffrouw’ Lijsbeth van Valkenberghe. Niet bekend is of zij haar naam aan het landgoed te danken heeft of andersom. Een verklaring van de naam Valkenberg zou in ieder geval de hogere ligging van het landgoed kunnen zijn in combinatie met de valkenjacht. Na de joffrouw komen er op de lijst andere klinkende namen langs als Van Berchem, Van Renesse, Crocq, Malherbe, De Villegas. Via een huwelijk in 1761 van Anna de Villegas met Jan Carel baron van der Borch kwam het landgoed in de familie Van der Borch terecht. En die naam zou tot 1963 terug blijven komen.
Energieke Benjamin van der Borch
Van deze familie was vooral Benjamin baron van der Borch belangrijk voor het voortbestaan van Valkenberg. Eerst als zaakwaarnemer voor broer Jan Carel en schoonzus Anna en later als eigenaar. Hij liet de stand van zaken nauwkeurig registreren bij de schepenbank van Gilze en Rijen en dat geeft een idee van de omvang van het landgoed in zijn tijd: 62 kavels beplant met bomen, eiken, beuken, dennen en sparren en vier grote percelen moerveld (heide) tot een oppervlakte van 320 roeden (een roede = ongeveer 5,3 meter) ter waarde van 1350 gulden.
In 1772/1773 trok Benjamin vijfduizend gulden uit voor de verbouwing van de vervallen grote hoeve. Want, zo schreef hij zelf, ‘toen de Hr. B. van der Borch omtrent den jare 1772 de Hoeven van Valkenberg onder Gilze, Lande van Breda, en één en een half uur van de stad gelegen, acquireerde, vond hij aldaar twee zeer vervallen Hei-Hoeven, en een huis aan deselve annex, waarvan de vier muren zelfs niet konden blijven staan’. Hij maakte er een herenhuis met mansardedak (Frans dak met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken) van, met elf kamers, personeelsvertrekken, een ruime keuken, een koetshuis en een paardenstal. Hij gebruikte er onder andere dennenhout uit het eigen bos voor. Benjamin deed ook veel aan ontginningen op zijn landgoed. Hij plantte grote stukken bos aan en breidde het akkerland uit. Was er niet genoeg mest? Hij liet uit Holland schuiten met straatmest komen. Bovendien legde hij in 1792 een Engelse tuin aan met een grote en een kleine vijver. Hoe we dit allemaal weten? Benjamin deed gedetailleerd verslag van zijn project in het geschrift ‘Aanleg van het Landgoed Valkenberg in de heide van het Land van Breda, door B. van der Borch’.
Ene Johannes Goldberg was onder de indruk. Als adviseur van de regering reisde deze man in 1800 door het land om te bekijken hoe we onze economie konden verbeteren en de welvaart konden bevorderen. Hij prees de ontginning door Van der Borch op Valkenberg en beval diens project aan als model in de Baronie. Hij zag er achttien stuks vee rondlopen en vier paarden in uitstekende conditie. Bovendien werd er jaarlijks 25.000 kilo hooi gewonnen.
De Bredasche Courant van 20 juli 1948 omschreef Van der Borch als ‘een energieke landbouwdeskundige, die niet alleen schreef over dennenaanplant en ontginning van eertijds woeste gronden, doch het ook deed en van Valkenberg een buiten maakte dat er mocht zijn’. Volgens de krant was er in 1772 en volgende jaren op Valkenberg een groots werk verricht, ‘een werk van ontginnen en bouwen dat met de primitieve middelen van toen, zelfs de 20ste- eeuwers tot eer zou strekken’. Met als resultaat ‘een royaal, als nieuw uit de grond herrezen buiten met nog daarbij een capitale boerenwoning en schuur op de hoeve van Valkenberg, geheel van eigen gebakken steen en eigen hout gebouwd; verscheidene kleine huizen en arbeiderswoningen’.
Bewoners
Rond 1796 werd het huis Valkenberg permanent bewoond door zeven tot negen personen. En dat was niet ongunstig voor de gereformeerde gemeente in Gilze. In 1805 kon predikant Johannes van Vlodorp 27 lidmaten en doopleden noteren en daarvan waren er acht afkomstig van de buurtschap Valkenberg. Onder hen Charlotte Agnes (62 jaar) en Anna Carolina Lucile (26 jaar) respectievelijk zuster en dochter van Benjamin van der Borch, samen met kameniersters, meiden, knecht en tuinman. Toen Benjamin in 1804 overleed ging Valkenberg over naar dochter Anna. In 1832 –de Belgische afscheiding speelde op dat moment en koning Willem I had Kamp Rijen ingericht - wist deze Anna aan inkwartiering van drie officieren met oppassers en paarden te ontkomen. Ze woonde in Breda en Valkenberg stond leeg. Anna vreesde dat haar bezittingen door de aangekondigde inkwartiering schade op zouden lopen en schreef een brief aan de burgemeester van Gilze en Rijen. Die legde de kwestie in handen van de legerleiding, wetende dat Anna de weduwe (douairière) was van Stephanus Bernardus Jantzon, heer van Nieuwland, de voormalig burgemeester van Breda met veel hooggeplaatste vrienden in de garnizoensstad. Hierdoor zou het onwaarschijnlijk zijn dat de militaire leiding de inkwartiering door zou zetten. En dat bleek ook zo te werken.
Omdat Anna’s huwelijk kinderloos gebleven was, vermaakte zij het landgoed in 1847 aan haar vijfjarig neefje en petekind Charles Lucien Paul baron van der Borch. De moeder van Charles, Baronesse van der Borch van Verwolde nam tijdelijk het beheer van het landgoed op zich. Een advertentie in de Bredasche Courant van 3 september 1851 laat zien dat ze op Valkenberg een ‘openbare verkooping van meubilaire goederen’ hield van ‘Eenige nette en wel geconditionneerde meubelen’ en (interessant om te zien) allerlei andere huisraad.
In die tijd werd Valkenberg aan verschillende vooraanstaande families verhuurd, die er genoten van het buitenleven. Van 1851 tot 1853 woonde bijvoorbeeld – na het overlijden van zijn vrouw – de Rotterdamse arts Adrianus Ledeboer er met acht kinderen. In maart 1854 was er ‘door vertrek’ weer een ‘openbare verkooping’ op Valkenberg, dit keer van rijtuigen en allerlei andere zaken, van ezels tot gereedschappen en van potbloemen tot ‘eene welluidende piano’. En ook hier weer ‘eenig Oud Mobilair’ zo meldt de advertentie in de Bredasche Courant.
Erfgenaam Charles trouwde in 1886 met Wilhelmina van der Goes. Hij woonde afwisselend in Den Haag en op Valkenberg en rond de eeuwwisseling enkele jaren in Duitsland.
Maar er was Charles veel aan gelegen om Valkenberg in goede staat te laten voortbestaan. Hij liet het huis verschillende keren verbouwen en gaf in 1914 architect Botermans uit Gilze opdracht bij het landgoed een woning/boerderij te bouwen, voor de pachtboer die de weilanden en akkers op het landgoed bewerkte. Charles en Wilhelmina kregen in 1887 één dochter, Frederica baronesse van der Borch. Toen Charles in 1915 stierf, ging het landgoed op haar over. Zij overleed in 1963 zonder nazaten en vermaakte Valkenberg aan baron Frederik B.E. Prisse, een kleinzoon van de enige zus van haar vader Charles. Het landgoed bleef dus wel in de familie, maar er kwam een andere achternaam in beeld en die is nu nog steeds met het landgoed verbonden. Net als met de naburige landgoederen Luchtenburg en Hondsdonk, want ook daar was en is de familie Prisse eigenaar van. Deze twee buitenplaatsen zijn gesticht in de tijd van de Heren van Breda; ze liggen op het grondgebied van Ulvenhout/gemeente Alphen-Chaam.
Unieke sfeer
Ook baron Prisse heeft zich op zijn beurt voor het behoud van het landgoed ingezet. In 1993 vroeg hij de gemeente om een procedure in gang te zetten om van Valkenberg een ‘beschermde historische buitenplaats’ te maken, een term uit de Monumentenwet van 1988. In 1995 gaf het ministerie de definitieve beschikking af. Hiermee wist Prisse de kern van het landgoed met het huis en alle verdere voorkomende gebouwen zoals een koetshuis annex paardenstal, een tuinmanswoning uit 1845, een met riet gedekte schuur en manege van omstreeks 1886 voor de toekomst te beschermen. Een jaar later, in 1996 kreeg Valkenberg een eervolle vermelding bij de Brabantse Monumentenprijs voor het behoud van enkele op het landgoed aanwezige lanen, die in 1770 werden aangelegd. Het landgoed was door gemeente en heemkring voor de Monumentenprijs aangemeld. Baron Prisse had daar geen bezwaar tegen, maar vroeg wel om terughoudend te zijn met publiciteit. Hij gaf als reden de unieke sfeer van de buitenplaats en de wens om die zo min mogelijk aan te tasten. Het landgoed telt nu 220 hectaren en met de kronkelige beekjes, de typische boerderijen, de reusachtige eeuwenoude bomen, de bijzondere vogel- en plantensoorten ademt het anno 2023 nog altijd rust en stilte uit.
Dat mysterieuze huis
Zoals gezegd, de openstelling blijft op zondag 10 september beperkt tot een deel van het landgoed, de gebouwen blijven gesloten. Er is geen programma op het landgoed, als bezoeker kunt u genieten van de natuur en een mooi zicht in de verte op het huis, waar zoveel generaties verstopt in het groen woonden. Jammer? Misschien ook maar goed. Daarmee blijft de rust en de stilte, de unieke sfeer en de wens van de baron ook nu in stand. En gaat het wat mysterieuze van Landgoed Valkenberg gelukkig niet verloren, want dat is – laten we eerlijk wezen - ook een deel van de charme.
Fietsgilde Baronie zet voor Open Monumentendag een fietsroutein elkaar langs de landgoederen Anneville, Hondsdonk en Valkenberg. Een vrijwilliger/gids van Heemkring Molenheide stelt een wandelroute samen. Meer informatie hierover volgt.
Bronnen:
‘Gilze van Vossenberg tot Valkenberg’, ‘Verdwenen tentenstad op de hei’; Documentenarchief Heemkring Molenheide; www.tijdmachinegilzerijen.nl; www.toerismedebaronie.nl; www.Delpher.nl; Bredasche Courant-20 juli 1948-‘Hoe in de 18e eeuw Valkenberg werd gebouwd’; Nieuwsblad van het Zuiden 15 juli 1977 – ‘Gilze bezit eeuwenoud landgoed Valkenberg’; De Stem 18 augustus 1990 – ‘Park Valkenberg aangename verrassing’.