‘Kunt u me de weg vertellen naar de Raadhuisstraat, meneer? ’vroeg de jongste van de twee dames die bij me stopten in de Korte Wagenstraat. Terwijl ik haar de weg wees, bleef de oudste, duidelijk haar moeder, verbaasd om zich heen kijken. Het was hier wel veranderd, vindt ze. Geheugen is een gek ding merk ik, want als ik op oude kermisfoto’s kijk, zie ik ongeveer dezelfde straat, maar een paar nieuwe huizen kunnen het beeld vervormen. Overigens wil ze op een andere manier naar dat pleintje dat ze kent uit het verleden. Ik noem de Abdis van Thornstraat en dat vormt de juiste weg. Ze fietsten namelijk op knooppunten.

Ze vertelt me dat ze daar vroeger een café hebben gehad in die straat, café/ bar De Jager. Helaas verdwenen, na een uitslaande brand. Ze vraagt of Den Door er nog is. Helaas niet en over café de Tip hebben we het maar niet gehad. Het schijnt dat die ooit nog eens open gaat.

De Jager herinner ik me nog uit mijn jeugd. Er waren twee schuttersverenigingen thuis, vandaar die naam die steeds weer wijzigde bij een nieuwe eigenaar. Eerder kende ik het als café d’n Blauwe, vernoemd naar de eigenaar Jan van den Ouweland, die als bijnaam d’n blauwe had vanwege zijn rode haar. Een vreemd Brabants gebruik. Overigens heb ik hem nog wel eens meegemaakt als sauwelaar met een blauw geschminkte kop, maar dat terzijde.

Het café had een behoorlijke geschiedenis die begon in 1874. Maria Houben startte hier met haar tweede man Sjef Segers een uitspanning. Een druk baasje die Sjef want naast kastelein was hij ook nog bakker. Café Segers, een toepasselijke naam. Enkele jaren later kwam er een repetitiezaal naast voor de harmonie en bovendien een kiosk waar de muzikanten van Cecilia zomerse concerten verzorgden. Na Sjefs overlijden in 1912 nam zijn zoon de tent over, maar die was zijn eigen beste klant. Hij vloekte er stevig bij en meneer pastoor greep in. Geen goddeloos gedrag in de nabijheid van de heilige Sint Cecilia. De leeggekomen zaal werd ontspanningsruimte voor jongeren. Voorloper van het Patronaat in de Kerkstraat, later de Katholieke Kring en nu al weer jarenlang de Schakel.

De routeplanner wijst ons terug naar de Raadhuisstraat. In 1921 kreeg het café een nieuwe eigenaar, slager Harrie van Wezel en de toepasselijk naam ‘de Oude Harmonie’. Daarna wisselende eigenaren tot eind vijftiger jaren. Na de periode de Jager trok Ad Hamels erin. Hij zag er uit als Fidel Castro dus zijn café werd al snel ‘de Fidel’. Altijd druk, uitgaanscentrum van Gilze en er kon van alles. Na Fidels vertrek kreeg de kroeg zijn laatste uitbater die uiteraard de naam veranderde in C’est là. In deze periode werd de kroeg wat rustiger en na een uitslaande brand in 2007 is het nooit meer uit zijn as herrezen.

‘Is de Hooikar er nog? ‘ vraagt de oudere vrouw. Na mijn bevestiging reageert ze tevreden: ‘dan rijden we op weg naar Alphen nog even aan bij familie Van den Ouweland.’ Een bekend knooppunt voor haar.

Ton de Bruyn